Duvenvoordestraat

JACOB BAK
22 december 1888 (Amsterdam) - 8 oktober 1942 (Auschwitz)

DUVENVOORDESTRAAT 30

Jacob Bak was de enige zoon in een gezin met vijf dochters. Op 20 maart 1921 trouwde hij met de Noorse Martha Heilbrunn (geb. 7-11-1888). Op 18 november 1922 kregen ze een zoon, Bernhard. Jacob werkte als huisknecht in het ‘Gesticht voor Portugees Israëlitische Gehuwde Oude Lieden’ in Amsterdam. Martha werkte assistent-huishoudster in het‘Nederlands-Israëlitisch Oude Mannen- en Vrouwenhuis’, eveneens in Amsterdam. In 1932 verhuisde het gezin naar Haarlem, waar Jacob werkte als sigarenmaker.

In 1937 scheidden Jacob en Martha. Martha bleef met hun zoon in de Molenaerstraat 32 a-rood wonen. Jacob verhuisde naar een ander adres in Haarlem en huurde uiteindelijk een gemeubileerde zit-slaapkamer aan de Duvenvoordestraat 30. Tijdens de oorlog heeft hun zoon Bernhard tevergeefs geprobeerd de Noorse nationaliteit van zijn moeder aan te nemen om zo deportatie te voorkomen. Hij is op 30 april 1943 vermoord in Sobibor. Hij werd 20 jaar. Martha Heilbrunn heeft de oorlog in de onderduik overleefd.

Deportatie uit Westerbork op 5 oktober 1942.

Vermoord in Auschwitz op 8 oktober 1942.

Hij werd 53 jaar.

SARA HENDRIKA VAN DAM
7 januari 1895 (Haarlem) - 30 april 1943 (Sobibor)

DUVENVOORDESTRAAT 110

Sara Hendrika van Dam groeide op in Haarlem in een gezin met een oudere broer, Jacob Alexander, en een jongere zus, Hendrika Clara. Zij deed de meisjesschool voor middelbaar onderwijs en slaagde in 1913 voor haar eindexamen aan de HBS. Daarna werkte zij als kantoorbediende. Na het huwelijk en vertrek van haar broer (1922) en de dood van hun vader (1925) en moeder (1937) bleef zij samen met haar jongere zus, Hendrika Clara, wonen in hun ouderlijk huis aan de Duvenvoordestraat 110. Beide zussen waren ongehuwd.

Op 29 oktober 1942 werd er een opsporingsbevel uitgevaardigd tegen Sara en haar zus Hendrika. Zij werden ervan verdacht ‘van woonplaats te zijn veranderd zonder daartoe de vereiste vergunning te hebben’. De zussen zaten dus ondergedoken. Onbekend is waar en door wie ze zijn verraden. Op 20 april 1943 zijn ze gedeporteerd naar Westerbork en een week later werd Sara op transport gezet naar Sobibor, waar ze meteen na aankomst is vermoord. 

Deportatie uit Westerbork op 27 april 1943.

Vermoord in Sobibor op 30 april 1943.

Zij werd 48 jaar.

HENDRIKA CLARA VAN DAM
5 september 1896 (Haarlem) - 2 juli 1943 (Sobibor)

DUVENVOORDESTRAAT 110

Hendrika Clara van Dam woonde samen met haar oudere zus Sara in hun ouderlijk huis aan de Duvenvoordestraat 110. Zij was ongehuwd en volgens de registratiekaart van de Joodse raad zonder beroep. In 1942 dook zij samen met haar zus onder, zoals blijkt uit een opsporingsbevel van de Haarlemse politie. Zij moeten zijn verraden, want op 20 april 1943 isHendrika samen met haar zus Sara gedeporteerd naar Westerbork. Ruim twee maanden later is Hendrika op transport gezet naar Sobibor, waar ze meteen na aankomst is vermoord.

Deportatie uit Westerbork op 29 juni 1943.

Vermoord in Sobibor op 2 juli 1943.

Zij werd 46 jaar.

ELIAZER KOSTER
2 mei 1897 (Amsterdam) - 31 mei 1945 (Bergen-Belsen)

DUVENVOORDESTRAAT 56

Eliazer Koster was de één na jongste in een Amsterdams gezin met vijf kinderen, van wie één als baby gestorven was. Op 17 augustus 1921 trouwde hij met Sara Keizer. Hij was toen werkzaam als remmer bij de Nederlandse Spoorwegen. Eliazer en Sara scheidden zes jaar later.  

Op 5 november 1930 trouwde Eliazer met Judith Velleman, die werkte als verkoopster. Vanaf 1932 leefden Eliazer en Judith in Haarlem. De eerste jaren woonden zij op verschillende andere adressen en vanaf 1939 in de Duvenvoordestraat 56. Eliazer werkte als nachtwaker van de synagoge van de Nederlands Israëlitische Gemeente Haarlem. Deze synagoge bevond zich aan de Lange Begijnestraat, waar nu de Toneelschuur staat. 

Op 31 januari 1934 werd hun dochter Vera geboren. Toen de anti-Joodse maatregelen begonnen, zochten haar ouders een onderduikadres voor haar, eerst in Haarlem en later, toen het adres in Haarlem niet veilig meer was, werd zij elders ondergebracht. Vera heeft op veel verschillende adressen ondergedoken gezeten en uiteindelijk in Zaandam de bevrijding meegemaakt.

Eliazer en Judith hebben geprobeerd om ook zelf onder te duiken. Ze zijn echter opgepakt en op 20 mei 1944 naar Westerbork gedeporteerd, waar ze in barak 67, de strafbarak, terecht kwamen. Op 31 juli 1944 zijn zij op transport gezet naar Bergen-Belsen. Vandaaruit is Eliazer op 4 december 1944 op transport gesteld naar kamp Sachsenhausen (Oranienburg), waar hij korte tijd gevangen zat. Op 31 mei 1945, een paar weken na de bevrijding van het kamp, is hij in Bergen-Belsen bezweken, waarschijnlijk door ziekte, ondervoeding en uitputting.

Deportatie uit Westerbork op 31 juli 1944.

Vermoord in Bergen-Belsen op 31 mei 1945.

Hij werd 48 jaar.

Joods Historisch Museum, Documentenverzameling, inv.nr 1001

JUDITH KOSTER-VELLEMAN
19 januari 1896 (Amsterdam) - 31 december 1944 (Beendorf)

DUVENVOORDESTRAAT 56

Judith Velleman groeide op in een Amsterdams gezin met één jongere broer. Zij was verkoopster. Op 5 november 1930 trouwde zij met Eliazer Koster. Zij woonden eerst in Amsterdam, maar vanaf 1932 in Haarlem, waar Eliazer werkte als nachtwaker van de synagoge van de Nederlands Israëlitische Gemeente Haarlem.

Op 31 januari 1934 werd hun dochter Vera geboren. Eliazer en Judith vonden in 1941 een onderduikadres voor haar in Haarlem. Toen dat adres niet meer veilig was, werd ze elders ondergebracht. Vera heeft gedurende de oorlog op veel verschillende adressen ondergedoken gezeten en uiteindelijk in Zaandam de bevrijding meegemaakt.

Judith en Eliazer hebben ook zelf geprobeerd om onder te duiken. Ze zijn echter opgepakt en op 20 mei 1944 naar Westerbork gedeporteerd, waar ze in barak 67, de strafbarak, terecht kwamen. Op 31 juli 1944 zijn zij op transport gezet naar Bergen-Belsen. Van daaruit is Judith op 5 december op transport gezet naar Beendorf (buitenkamp van Neuengamme en Ravensbrück), waar zij op 31 december 1944 is vermoord. 

Deportatie uit Westerbork naar Bergen-Belsen op 31 juli 1944.

Vermoord in Beendorf op 31 december 1944.

Zij werd 48 jaar.

Judith Koster-Velleman, Vera Koster en Eliazer Koster.
Bron: 
https://www.joodsmonumentzaanstreek.nl/koster-vera/

Vorige
Vorige

Van der Vinnestraat

Volgende
Volgende

Garenkokerskade