Bos en Hovenstraat  

BENJAMIN HES
24 juni 1855 (Gorredijk) – 12 februari 1943 (Auschwitz)

Bos en Hovenstraat 11

Benjamin Hes was al bijna 85 toen de oorlog begon. Hij was in Gorredijk geboren als vierde van tien kinderen van Michael Hes en Gouda Leefsma. Hij werd vrijgesteld van dienstplicht wegens ‘gemis aan lengte’: hij was maar 1,47 meter lang. In 1892 trouwde hij met de 13 jaar jongere Frederica van Huiden in haar woonplaats Winschoten.

Zes jaar eerder had Benjamin, samen met zijn iets oudere broer Jacob, de manufacturenzaak van zijn vader overgenomen, die daarmee in 1834 was begonnen. Nadat Jacob en diens vrouw waren overleden, zette hij de zaak voort met Jacobs zoon Michiel, nog steeds onder zijn vaders naam M.J. Hes. Ze verhuisden in 1914 van Gorredijk naar Meppel. Nadat Benjamin zich uit de zaak had teruggetrokken, verhuisde hij op zijn 73ste naar Utrecht, om in te trekken bij zijn pleegdochter Allegonda, en uiteindelijk verhuisde hij met haar één week voor het begin van de oorlog naar Haarlem. Hier vierde hij met Frederica zijn gouden bruiloft – op de foto staan zij met in het midden Benjamins jongste broer Hartog en diens vrouw Mietje Marcus.

Benjamin en Frederica zijn najaar 1942 naar Amsterdam vertrokken om onder te duiken. Dat deden ze in het Pension Frank, precies waar nu de ingang van het Holocaustmuseum is. In dat pension woonde Benjamins oudste zus Froukje al. Ze werden begin februari 1943 in Westerbork geïnterneerd. Benjamin en Frederica waren toen al naar Auschwitz gedeporteerd en daar bij aankomst vermoord. Froukje niet, zij stierf in Westerbork, 95 jaar oud.

Benjamins broer Hartog werd in Sobibor vermoord. Zijn andere broers en zussen waren al voor de oorlog overleden. Van Benjamins neven en nichten werden er 17 eveneens in de sjoa vermoord; zeven daarentegen wisten te overleven.

Deportatie uit Westerbork op 9 februari 1943.

Vermoord in Auschwitz op 12 februari 1943.

Hij werd 87 jaar.

FREDERICA HES-VAN HUIDEN
24 juni 1868 (Winschoten) – 12 februari 1943 (Auschwitz)

Bos en Hovenstraat 11

Frederica van Huiden werd geboren in Winschoten, een plaats met een Joodse gemeenschap van enkele honderden leden. Zij was het oudste kind van Mozes van Huiden en Frederika van Es. Haar moeder overleed twee jaar na de geboorte van haar broer Mauritz. Daarna hertrouwde haar vader met Johanna van der Heijde, die hem nog zeven kinderen schonk. Frederica trouwde in 1892 met de 13 jaar oudere manufacturier Benjamin Hes uit Gorredijk. Ze volgde hem naar Gorredijk, en later naar Meppel, Utrecht en Haarlem.

Het huwelijk bleef kinderloos. Echter, toen Benjamins broer Jacob kort na diens vrouw en relatief jong overleed, ontfermden Frederica en Benjamin zich over hun vier kinderen: Allegonda, Bernard en de tweeling Michiel en Clara. Ze maakten Michiel en Bernard later ook hun erfgenamen. Bernard trouwde in 1920 en stichtte een eigen gezin; hij werkte ook in de manufacturen- en stoffenhandel. De andere drie bleven bij Frederica en Benjamin als waren het hun eigen kinderen. Ook in Haarlem woonden zij met zijn vijven. Michiel werd in plaats van zijn vader Jacob de partner van Benjamin in de zaak. Clara had een opleiding tot onderwijzeres gevolgd maar werkte later bij een bank. Allegonda was assistent accountant. Michiel en Clara woonden niet steeds bij Benjamin en Frederica, maar ook een tijd in Amsterdam. In 1940 vonden zij dit huis in Haarlem en lieten Benjamin, Frederica en Allegonda daar vanuit Utrecht naartoe komen. Allegonda heeft waarschijnlijk wel haar hele leven bij Benjamin en Frederica gewoond en hun oude dag verzorgd.

Najaar 1942 zijn Frederica en Benjamin in Amsterdam ondergedoken, in het Pension Frank schuin tegenover de Hollandsche Schouwburg. De bewoners daarvan werden echter opgepakt en op 6 februari 1943 naar Westerbork gestuurd. Enkele dagen later werden Frederica en Benjamin reeds naar Auschwitz gedeporteerd, en daar vergast.

Op één na alle kinderen van Frederica’s halfbroers en -zussen hebben de oorlog overleefd. Haar ‘hele’ broer Mauritz was kinderloos toen hij in oktober 1942 in Auschwitz werd vermoord.

Deportatie uit Westerbork op 9 februari 1943.

Vermoord in Auschwitz op 12 februari 1943.

Zij werd 74 jaar.

MICHIEL HES
31 augustus 1887 (Gorredijk) – 22 oktober 1942 (Auschwitz)

Bos en Hovenstraat 11

Michiel Hes werd in Gorredijk geboren als een van de vier kinderen van Jacob Hes en Sophia de Beer. Hij had een tweelingzus Clara en voorts nog een zus Allegonda en een broer Bernard. In 1911 overleed Michiels vader, zijn moeder was in 1908 al overleden. Vanaf dat moment nam Michiel het aandeel van zijn vader over in de manufacturenfirma M.J. Hes. Die firma was opgezet door zijn grootvader en voortgezet door zijn vader en diens broer Benjamin Hes. Kort daarop werd de firma verplaatst naar Meppel. Benjamin en zijn vrouw Frederica ontfermden zich over Michiel en zijn zussen. Broer Bernard was in 1920 getrouwd en werkte ook in de textielhandel.

In 1924 was Benjamin, die al bijna 70 was, uit de firma gestapt. Vanaf dat moment vinden we Michiel in het archief van Amsterdam, waar hij te boek staat als textielagent, eerst op de Pieter Pauwstraat, vanaf 1926 op de Marnixstraat en vanaf oktober 1931 op de Leidschekade. In 1936 trok zijn tweelingzus Clara bij hem in. Zij had een onderwijzersdiploma, maar werkte in Amsterdam als bankbeambte. Allegonda, die assistent accountant was, bleef steeds bij Benjamin en Frederica wonen en verhuisde in 1928 met hen naar Utrecht. In 1940 besloten Michiel en Clara een huis te zoeken waar ook hun zus en hun pleegouders konden inwonen. Dat werd gevonden op de Bos en Hovenstraat in Haarlem. In de week voordat de Duitsers binnenvielen trokken zij daar in, Michiel en Clara vanuit Amsterdam, de anderen vanuit Utrecht.

Michiel was in 1942 in werkkamp Vledder terecht gekomen, een vooroorlogs werkkamp dat begin 1942 was ontruimd om plaats te maken voor dwangarbeid door Joodse werklozen. Dat kamp werd in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 onverhoeds ontruimd en alle bewoners weggevoerd naar Westerbork. Daarvandaan werd Michiel twee weken later gedeporteerd naar Auschwitz, en daar bij aankomst vermoord. De ontruiming van Vledder was waarschijnlijk het teken voor de anderen om onder te duiken.

Michiels pleegouders hebben enkele maanden in een pension in Amsterdam gezeten, alvorens te worden aangehouden en naar Auschwitz te worden gedeporteerd. Clara en Allegonda hebben de oorlog wel overleefd. Zij waren ondergedoken in een gereformeerd verpleegstershuis in Sneek. Allegonda overleed in 1972 en Clara in 1982. Hun broer Bernard kwam na langdurige dwangarbeid voorjaar 1944 om, ergens in Midden-Europa. Bernards vrouw overleefde; zijn oudste dochter overleefde ook en emigreerde naar Israël.

Deportatie uit Westerbork op 19 oktober 1942.

Vermoord in Auschwitz op 22 oktober 1942.

Hij werd 55 jaar.

Vorige
Vorige

Eindenhoutstraat

Volgende
Volgende

Teding van Berkhoutstraat