Kanariestraat
Het echtpaar De Vries-Posner met, van links naar rechts, de kinderen Greta, Benjamin, Suze, Louis en Isidoor, 1924.
PERES DE VRIES
10 november 1888 (Haarlem) – 28 januari 1944 (Auschwitz)
Kanariestraat 5
Peres ‘Piet’ de Vries is een zoon van de koopman Benjamin Abraham de Vries (overl. 1930) en Susanna Dondorp (overl. 1898). Na het overlijden van zijn echtgenote hertrouwt Benjamin Abraham met Schoone de Vries (overl. 1928).
Peres groeit op met twee oudere broers en een jongere broer. Net als als hij blijven zij in Haarlem wonen, trouwen daar en zijn in de oorlog vermoord in Auschwitz. In 1913 trouwt Peres met de in Rotterdam geboren Hanna Posner. Zijn vader, zijn broer Jacob en zijn oom Eliazar Dondorp zijn bij het sluiten van het huwelijk op het Haarlemse stadhuis aanwezig.
Uit het huwelijk worden zes kinderen geboren: Suzanne (1915, ‘Suze’), Isidoor (1917, ‘Ies’), Greta (1919), Benjamin (1922, ‘Ben’), Louis ‘Wiet’ (1924) en Leo (1928; in hetzelfde jaar overleden). Het gezin woont in de jaren 1910 en begin 1920 op het adres Molensteeg 8 (later Spiegelstraat), daarna in een net opgeleverd huis op het adres Meidoornplein 15 (eerst Schoten en daarna Haarlem), vervolgens vanaf augustus 1928 op het adres Lindenstraat 20 en tenslotte vanaf 12 april 1939 op het adres Kanariestraat 5.
Peres de Vries is vrijdenker, mede-oprichter van de afdeling Haarlem van de VARA en lid van de SDAP en daarnaast zowel fel anti-kerkelijk als anti-alcoholgebruik. De kinderen volgen de vader na en worden lid van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC). Zijn baantje als loopknecht, dat bij het sluiten van zijn huwelijk staat genoteerd, ruilt Peres in voor de betere positie van incassseerder bij het bedrijf van de broers Van Voolen aan het Spaarne. Bij de Van Voolens kunnen klanten zaken op afbetaling kopen. De betaling in termijnen gebeurt door het kopen van spaarzegels. Het is de taak van Peres de Vries om klanten af te gaan en aflossingen te incasseren waarbij elke aflossing met een of meer spaarzegels wordt beloond.
Het gezin woont maar kort op het Meidoornplein omdat bij de bouw fouten zijn gemaakt met vochtproblemen als gevolg. In de Lindenstraat woont het gezin De Vries-Posner direct naast het gezin Abraham de Vries-Meintje Koe op nummer 22 (zie elders op deze website). Abraham de Vries is een broer van Peres en net zo ‘rood’. Dat leidt op Lindenstraat 22 ook tot felle discussies over politiek met Abrahams katholieke schoonzoon. Op nummer 20 kan men die discussies door de dunne muur goed volgen.
Omdat de oudere kinderen in de jaren 1930 gaan werken en bijdragen aan het gezinsinkomen wordt het mogelijk om uit te zien naar een groter huis. Dat leidt in 1939 tot de verhuizing naar de Kanariestraat. Vanuit dit laatste huis huwt Suze op 3 september 1941 met de niet-joodse 25-jarige meubelmaker Johannes Daniël ‘Joop’ Klinkenberg. Aanvankelijk woont dit echtpaar in bij het gezin De Vries-Posner. Zij verhuizen in mei 1942 naar Edam. Vanuit Edam wordt vervolgens het achterblijvende gezin in de Kanariestraat geholpen met onderduikcontacten.
Ondanks het feit dat de joodse dokter Anholt vader Peres de Vries en zijn zonen behulpzaam is door hen af te keuren - hij schrijft dat zij ongeschikt zijn voor zwaar grondwerk - vallen in 1942 de oproepen zich te melden voor tewerkstelling op de Kanariestraat in de brievenbus. Direct duiken Peres en zijn zonen onder. Alleen moeder Hanna en dochter Greta blijven nog enige tijd wonen in de Kanariestraat. De oproep van 16 februari 1943 dat alle resterende Haarlemse joden naar Amsterdam dienen te verhuizen, is voor Hanna en Greta het sein om ook onder te duiken.
Tot begin januari 1944 zit ieder lid van het gezin met een vervalst persoonsbewijs op een wisselend maar tot dan veilig adres. Zoon Isidoor alias Hendrik Schoonderbeek publiceert in 1995 zijn herinneringen aan zijn gevaarlijke, avontuurlijke en zwervende bestaan van die jaren. Zo vertelt hij over de toevallige ontmoeting met neef Ben, actief voor de illegale krant Het Parool, waarbij hij hem op de hoogte brengt van het feit dat zijn ouders (de bovengenoemde Abraham de Vries en Meintje Koe) werden verraden en op transport waren gezet (en vermoord: zie hun verhaal op de website bij Lindenstraat 22).
Op 15 januari 1944 zijn Peres de Vries en Hanna Posner in Amsterdam opgepakt. In het Amsterdamse politierapport staan zij vermeld met hun laatste, volgens de autoriteiten legale adres: Kanariestraat5. Op donderdag 20 januari 1944 worden zij overgebracht naar Kamp Westerbork. Onderweg gooien zij een briefje uit de trein dat via een bekende in Amsterdam gericht is aan hun dochter Suze in Edam. Het bewaardgebleven briefje bevat een waarschuwing aan hun zoon Ben, alias Cor de Boer, om erg op te passen omdat hij gezocht wordt en sluit af met een groet aan hun enige kleinkind, Hetty Klinkenberg: “Geef Hetty een kus van ons”. In Westerbork zijn zij geplaatst in strafbarak 67. Op 25 januari gaan zij op transport naar Auschwitz. Daar zijn Peres en Hanna direct na aankomst vermoord.
Na de oorlog zoeken de kinderen elkaar weer op. Zij hebben het, mede dankzij hun niet-joodse man of zwager Joop Klinkenberg, allemaal overleefd. In december 1948 krijgen zij de zekerheid dat hun ouders ruim vier jaar eerder in Auschwitz zijn vermoord.
Deportatie uit Westerbork op 25 januari 1944.
Vermoord in Auschwitz op 28 januari 1944.
Hij werd 55 jaar.
Bronnen: Isidoor de Vries, De vreemde waarheid. Herinneringen van een joodse jongen (1921-1948); Stadsarchief Amsterdam, archief 5225 inv.nr. 7200, Politierapport 15 januari 1944.
Overlijdensadvertentie voor het echtpaar De Vries-Posner
in het Haarlems Dagblad, 8 december 1948.
HANNA DE VRIES-POSNER
25 juni 1886 (Rotterdam) – 28 januari 1944 (Auschwitz)
Kanariestraat 5
Hanna, meestal vermeld als ‘Anna’, is het oudste kind van de fruitkoopman Israël Posner (overl. 1908) en Grietje Elsas (overl. 1904). Zij groeit op in Rotterdam. Na haar worden nog zeven kinderen geboren: Abraham, Jacob, Levie (‘Louis’), Moses, Salomon en Lena ‘Leentje’ (1902-1922). De zes broers van Hanna worden net als zij in de oorlog vermoord, met uitzondering van Louis (Rotterdam 1893-1949) die omstreeks 1919 naar de Nederlandse Antillen vertrok.
Hanna’s moeder overlijdt in 1904 en haar vader wordt in 1907, een jaar voor zijn overlijden, opgenomen in een krankzinnigengesticht. Dat maakt het aannemelijk dat Hanna door haar positie van oudste kind een belangrijke rol had bij de opvang van de jongste kinderen.
Belangrijke momenten in het huwelijk van Hanna en haar man zijn het vieren van het 20- en het 25-jarig huwelijk. Er worden daarvoor respectievelijk in 1933 en 1938 advertenties geplaatst in het socialistische dagblad Het Volk. Op zondag 11 september 1938 wordt het 25-jarig huwelijk gevierd met een “ontvangdag” thuis in de Lindenstraat. Suze is in 1938 al verloofd met Joop Klinkenberg; dat verklaart waarom in de advertentie van dat jaar Joop als een van hun “dankbare kinderen” staat vermeld.
Tien jaar en een paar maanden na de viering van het 25-jarig huwelijk plaatsen de kinderen in december 1948 het bericht van het overlijden van hun ouders in Auschwitz. Bijna drie jaar daarna wordt het overlijden officieel vastgelegd in de registers van de Burgerlijke Stand van Haarlem.
Deportatie uit Westerbork op 25 januari 1944.
Vermoord in Auschwitz op 28 januari 1944.
Zij werd 57 jaar.
Bronnen: Isidoor de Vries, De vreemde waarheid. Herinneringen van een joodse jongen (1921-1948). Apeldoorn 1995; https://stolpersteine-dordrecht.nl/het_voorbije_joodse_dordrecht_betje_elsas.html; Nationaal archief, Nederlands Beheersinstituut, beheersdossiers V, inv.nr. 186988, Vries, P. de, Haarlem.