Thorbeckestraat
ASSER HEKSTER
30 mei 1866 (Amsterdam) - 31 augustus 1942 (Auschwitz)
Thorbeckestraat 51
Zijn ouders zijn Soesman Simon Hekster (1823-1889) en Betje Asser Boesnach (1824-1899).
Zij krijgen de volgende kinderen die de eerste levensjaren overleven: Simon (1851-1920; in 1882 gehuwd met Vrouwtje Berclouw), Salomon (geb. 1859), Philip (5 mei 1864-5 februari 1943; in 1890 getrouwd met Jansje Turfrijer, geb. 1870) en tenslotte de tweeling Asser en Mietje.
Asser heeft het de autoriteiten in zijn jeugdjaren niet gemakkelijk gemaakt door het gebruik van verschillende aliassen. Zo gebruikte hij naast Asser ook de voornamen Henri, Henri Asser en Aron Asser. Met deze uiteenlopende namen is hij zeven keer voor de rechtbank van Den Bosch verschenen, onder andere vanwege landloperij, en zat hij enige tijd vast in de Rijkswerkinrichting in Hoorn.
Vanaf 1901 heeft Asser een eigen adres in Amsterdam. In 1914 trouwt hij daar op 48-jarige leeftijd met de 26-jarige Aline Waterman bij wie hij voor het huwelijk al twee dochters had verwekt. Het huwelijk van Asser en Aline is misschien mede de aanleiding geweest om naar Haarlem te verhuizen. Daar is in mei 1915 Sander geboren op het adres Minnebroedersteeg 12. Na dit adres volgen nog drie adressen: Hofdijkplein 44 (1922-1931), Stormstraat 2 (1931-1933) en tenslotte Thorbeckestraat 51. De laatste woning staat in een wijkje aan de oostelijke oever van het Spaarne dat onder andere bekend staat als het Thorbeckekwartier: een in de jaren 1920 en ‘30 gebouwd buurtje voor “economisch zwakken en sociaal-achterlijken” dat in de rest van Haarlem vaak “de moord en brandbuurt” heet. De buurt is in 2001 gesloopt en het stratenpatroon is daarna ingrijpend gewijzigd. De struikelstenen voor het gezin Hekster liggen daarom in de Wim de Eststraat aan de kant van het Thorbeckeplantsoen, tegenover nummer 51. Over de Heksters is niet veel bekend. Wel opvallend is dat zij met enige regelmaat de krant halen vanwege een door hen gevonden voorwerp dat vervolgens aan het politiebureau is gemeld.
In 1942 wordt Asser in het Haarlemse adresboek vermeld als bloemenkoopman. Eerder staat hij genoteerd als borstelmaker, werkman of sjouwerman. Gezien zijn leeftijd in 1942 zal een fysiek zwaar beroep hem teveel zijn geworden waarna hij overschakelde op de verkoop van bloemen. Het gezin Hekster, zonder de twee oudste gemengd gehuwde dochters, komt op 26 augustus 1942 aan in Westerbork en gaat op 28 augustus op transport.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Auschwitz op 31 augustus 1942.
Hij werd 76 jaar.
Bronnen: Th. Kentie, ‘Wonen aan de zelfkant van Haarlem…’, in: Jaarboek Vereniging Haerlem 2002 (2003) p. 107-140; CBG, de eenjarige tafel en het geboorteregister voor het jaar 1866 (met dank aan Sarah Bosmans).
ALINE HEKSTER-WATERMAN
29 maart 1888 (Amsterdam) - 31 augustus 1942 (Auschwitz)
Thorbeckestraat 51
Aline is een dochter van Barend Waterman en Grietje Heijmans. Aline en haar vader ondertekenen de huwelijksakte niet “als hebbende geen schrijven geleerd”. In 1914 trouwt de 26-jarige Aline met de 48-jarige Asser Hekster. Voor dit huwelijk heeft Aline dan al drie kinderen gekregen bij tot dan onbekende vaders: Louis (Amsterdam, 1908- 1911, Rotterdam), Margaretha en Catrientje.
Bij het huwelijk in 1914 erkent Asser, met toestemming van zijn bruid, twee eerder geboren kinderen: Margaretha Waterman (geb. 18 september 1910) en Catrientje ‘Annie’ Waterman (1913-IJmuiden 1988). Zij gaan na het huwelijk met de achternaam ‘Hekster’ door het leven. Beiden trouwen met een niet-joodse partner en beiden overleven de oorlog. Dat wil niet zeggen dat de oorlogsjaren zonder angst verliepen: ook zij moesten naar Amsterdam verhuizen en de dreiging van transport naar Westerbork en verder hing voortdurend boven hun hoofd.
Margaretha huwt de funderingswerker Andreas Johannes Ran en woont vanaf 1938 in de Lange Margarethastraat 32a rood met twee kinderen. Tussen 16 maart 1943 en 15 april 1944 woont het echtpaar in Amsterdam op het adres Kamperstraat 68-II. Daarna woont het echtpaar weer in Haarlem, dan op het adres Slaperdijk 56. Catrientje huwt in 1931 werkman Ricus Johannes Sieraad (1909-1987) en woont met hem achtereenvolgens op de nrs. 10 en 25 in de Harmenjansstraat, om de hoek bij haar ouders, en in 1944 op het adres Lijsterstraat 15. Tussendoor woont het echtpaar tussen 20 maart 1943 en 21 juni 1944 in Amsterdam op het adres Camperstraat 50, waarschijnlijk omdat de joodse Catrientje Hekster daartoe verplicht werd. Na de oorlog woont het echtpaar in Velsen. Op 27 juni 1944 plaatsen Catrientje en Ricus op naam van hun kinderen “Cobie en Joopie” een advertentie waarin zij de viering van hun 12,5 jarig huwelijk op 30 juni 1944 wereldkundig maken.
Na de twee ‘voorkinderen’ worden in het huwelijk van Aline en Asser nog zes kinderen geboren, waarvan Sander (1915-1917) op 1-jarige leeftijd en Rebecca (1918-1921) op 3-jarige leeftijd overlijden. De andere vier kinderen worden hieronder apart vermeld: zij werden net als hun ouders in de oorlog vermoord. Alines moeder Grietje Heijmans woont de laatste jaren van haar leven in bij het gezin van haar dochter. Daar overlijdt zij in 1921 op 67-jarige leeftijd in de Minnebroedersteeg.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Auschwitz op 31 augustus 1942.
Zij werd 54 jaar.
BAREND HEKSTER
9 november 1919 (Haarlem) – 30 april 1943 (Midden-Europa)
Thorbeckestraat 51
Behalve Barend, zijn tenminste twee andere kinderen van de familie Hekster vanaf 1937 actief geweest in de korfbalsport: op 9 augustus 1937 laat de Haarlemse korfbalvereniging DSV in de IJmuider Courant een aantal nieuwe leden optekenen, onder wie Barend, Philip en Mina Hekster. Mogelijk is met de direct daarna vermelde “D. Hekster” hun jongste zus Rebecca bedoeld.
Als Barend in 1938 wordt gekeurd voor de militaire dienst staat bij hem als beroep lompenkoopman genoteerd. Op zijn kaart van de Joodse Raad staat zijn beroep een paar jaar later wat neutraler aangeduid als koopman.
Volgens een opmerking op de achterkant van de Joodse Raadkaart van zijn vader zit hij in augustus 1942 in het werkkamp Nortelo. Het is dus waarschijnlijk dat hij vanuit Haarlem eerst tewerkgesteld is geweest en vervolgens is samengebracht met zijn ouders, broer en twee zussen in Westerbork. Op Barends eigen kaart staat vermeld dat hij op 28 augustus 1942 op transport gaat vanuit Westerbork. Waarschijnlijk is Barend in de trein met eindbestemming Auschwitz onderweg in Kosel samen met andere jongens en mannen die tussen de 15 en 50 jaar oud zijn uit de trein gehaald voor dwangarbeid in een werkkamp. De burgerlijke stand in Haarlem noteert op 22 januari 1943 dat hij was vertrokken met bestemming Duitsland.
Zijn overlijdensdatum 30 april 1943 dient gelezen te worden als de uitsterste datum van zijn overlijden. Midden-Europa als plaats van overlijden duidt er op dat hij net als zijn broer Philip tewerkgesteld is geweest in een van de werkkampen in Midden-Europa en daar is bezweken door ziekte of uitputting of is vermoord.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Midden-Europa op 30 april 1943.
Hij werd 23 jaar.
PHILIP HEKSTER
20 oktober 1922 (Haarlem) – 30 april 1943 (Midden-Europa)
Thorbeckestraat 51
Zoals vermeld op de Joodse Raadkaart van zijn broer is Philip op 28 augustus 1942 meegegaan in de trein met eindbestemming Auschwitz en waarschijnlijk onderweg in Kosel samen met andere jongens en mannen die tussen de 15 en 50 jaar oud zijn uit de trein gehaald voor dwangarbeid in een werkkamp. Zijn overlijdensdatum 30 april 1943 dient gelezen te worden als de uitsterste datum van zijn overlijden. Midden-Europa als plaats van overlijden duidt er op dat hij net als zijn broer Barend tewerkgesteld is geweest in een van de werkkampen in Midden-Europa en daar is bezweken door ziekte of uitputting of is vermoord.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Midden-Europa op 30 april 1943.
Hij werd 20 jaar.
MINA HEKSTER
15 augustus 1925 (Rotterdam) - 31 augustus 1942 (Auschwitz)
Thorbeckestraat 51
Mina’s overlijden wordt op 20 januari 1951 in Haarlem officieel vastgelegd. Daarbij wordt als haar geboorteplaats Rotterdam vermeld. Het bericht van haar geboorte staat vermeld bij de berichten van de burgerlijke stand Haarlem in de Nieuwe Haarlemsche Courant van 17 augustus 1925. Wellicht vond de bevalling plaats in Rotterdam terwijl haar moeder onderweg was of tijdelijk in Rotterdam verbleef.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Auschwitz op 31 augustus 1942.
Zij werd 17 jaar.
REBECCA HEKSTER
15 april 1928 (Haarlem) - 31 augustus 1942 (Auschwitz)
Thorbeckestraat 51
Rebecca is het tweede kind van Asser en Eline met die naam. In 1921 overleed op 3-jarige leeftijd het eerste kind met de voornaam Rebecca. Het overlijden van de 10 jaar later geboren Rebecca wordt op 20 januari 1951 in Haarlem officieel vastgelegd.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Auschwitz op 31 augustus 1942.
Zij werd 14 jaar.